De geschiedenis van een illustere bokser en zijn club
Club met idealen
Doorzetten, zweten en afzien; daar moet je van houden als je wilt boksen bij Sportvereniging Bep Kneppers (S.B.K.). Verder doet het er niet toe wie je bent, waar je vandaan komt en of je al dan niet gezegend bent met talent. Advocaat of bouwvakker, bij onze club is iedereen gelijk en train je naar vermogen. Wij zijn een club met idealen, zonder comercieel doel. Onze deur staat open voor zowel de fanatieke wedstrijdbokser als de recreant die slechts zijn conditie op peil wil houden.
Volkssport
Sportvereniging Bep Kneppers (S.B.K.) is de laatst overgebleven boksclub in de Jordaan en een van de oudste van Nederland. In 1946 werd S.B.K. opgericht. Het was toen een van de vele boksclubs in Amsterdam. Boksen was na voetbal dé volkssport. Op zaterdagavond een wedstrijdje meepikken in Krasnapolsky, het Zonnehuis in Noord of een van de vele andere zalen, was heel gebruikelijk. Buurtbewoner Cas Brugman vertelt:
Met mijn vrouw -toen nog vriendin- ging ik vlak na de oorlog vaak kijken naar Luc van Dam of Willie Schagen die voor vuurwerk in de boksring zorgden.
Bovendien was het tijdens de wedstrijden altijd gezellig: nooit rottigheid of zo. Willie was bovendien een collega van mij, dus ‘s maandags werd de partij nog eens dunnetjes overgedaan op het werk. En je zag bekende gezichten in de zaal. Bennie Bril bijvoorbeeld als scheidsrechter of toeschouwer. Ik herinner me Bep Kneppers nog goed; nog voor de oorlog was hij zo’n beetje een legende in de buurt als meervoudig kampioen van Nederland en natuurlijk ook omdat hij vrijwillig in Spanje heeft gevochten.
Ome Bep, een illustere man
Een man van weinig woorden, een echte doener, een idealist. Zo laat ome Bep zich het best typeren. Zijn levenswandel spreekt enorm tot de verbeelding. Niet alleen doordat hij succesvol heeft gestreden in de boksring, maar vooral door de strijd die hij daarbuiten heeft geleverd. Zo deed ome Bep uit principe niet mee aan de Olympische Spelen in Berlijn en heeft hij in de jaren dertig meegevochten in de Spaanse burgeroorlog. Dat hij als vrijwilliger in vreemde krijgsdienst zijn Nederlanderschap zou kwijtraken, heeft hem daar niet van weerhouden. Dit tekent hem als persoon: niets deed hem wijken in zijn strijd voor rechtvaardigheid.
Waarschijnlijk heeft hij, zoals veel andere Nederlanders, dienst gedaan bij de elfde brigade (internacional) of was hij ingedeeld bij logistieke en ondersteunende eenheden. Zijn Spaanse verleden leverde hem tijdens de bezetting de nodige problemen met de Duitsers op. Hierover is hij altijd zwijgzaam geweest. Ome Bep was ondergedoken in de Wieringermeerpolder in Kolhorn. Keus had hij niet, want Spanjestrijders werden zonder meer gearresteerd. Ome Bep werkte na de oorlog bij het Centraal Beheer (het latere GAK). Hij promoveerde van portier tot directiechauffeur.
Ome Bep, Kampioen van Nederland
Maar liefst vier maal weet ome Bep het kampioenschap van Nederland te veroveren. In 1937, 1938, 1939 en in 1940 was hij regerend Nederlands kampioen in het lichtgewicht.
Een niet geringe prestatie, want in de periode 1930-1960 waren er zeer veel goede boksers. De concurentie was groot en je moest iets in je mars hebben om op het hoogste niveau te presteren en té winnen.
Boksclub opgericht in 1946
Bep Kneppers begon in 1946 met zijn eigen boksclub. Zijn broers zaten ook in de bokssport en hadden in Amsterdam-Oost een club. Aanvankelijk begon hij in de Haarlemmerhouttuinen. Hier trainde een van de eerste donkere boksers in Nederland: Harry Vrij, de vader van de bekende bokser James Vrij. In die tijd was je als kleurling nog een exotische bezienswaardigheid. Mensen op straat keken je na, maar voor ome Bep maakte je afkomst geen verschil. Er volgde een reeks van adressen war de club heeft geresideerd.
Een club met kampioenen
Er werd getraind in de Warmoestraat, Haarlemmer Houttuinen, de Heemskerckstraat en in de Roggeveenstraat (Oranje Nassau Kazerne). Uiteindelijk wist ome Bep een pand in de Nova Zemblastraat te bemachtigen. Toen dat gesloopt werd, is de club uitgeweken naar het huidige adres aan de Lijnbaansgracht. Dit was in 1980. Alle leden van de vereniging staken de handen uit de mouwen en het hele pand werd omgetoverd tot de huidige trainingsruimte.
Zoals de meeste clubs organiseerde ook S.B.K. clubkampioenschappen. De winnaars boksten door het hele land wedstrijden. Onder ome Beps bezielde leiding klommen de boksers die hieraan meededen op van C- en B- tot A-klasse boksers, oftewel tot de hoogste amateurklasse. Bekende namen uit de stal van ome Bep zijn Jan de Vries, ome Bep’s zoon Beppie Kneppers (twee keer kampioen van Nederland licht welter, 1959- 1960), Harry Winter, Benjamin Tophoorn, Nelis Interberken (Nederlands kampioen lichtgewicht) én Chris Lucas, een onfortuinlijke bokser.
Deze diamantslijper was weliswaar technisch een zeer begaafde bokser. Hij schakelde ooit de bekende, bijna ongeslagen Nelis van Oostrom met een knock-out uit, maar hij heeft het vaak niet getroffen met zijn tegenstanders. Andere bekende namen zijn: Gerrie Mazurel – Nederlands kampioen zwaar welter, Charl Gans – Nederlands kampioen zwaar welter, Henko Baars, Nederlands kampioen middengewicht en bovendien uitverkoren voor het Nederlands Olympisch team. Ten slotte Douglas Schenk, Nederlands kampioen zwaar welter.
De bokswereld veranderde
Ome Bep, sinds 1946 bondstrainer en vele malen team en bondscoach, moest met lede ogen aanzien dat het niveau terugliep. Nieuwe vechtsporten deden in de jaren zeventig hun intrede en de discipline werd minder. Ome Bep liet het niet over zijn kant gaan. Of je nu recreant of kampioen van Nederland was, trainde je in zijn ogen onvoldoende, dan stuurde hij je weg. Ga jij je maar aankleden, was dan de mededeling. Het werd in toenemende mate moeilijker A-boksers op te leiden. Bovendien veranderde de samenstelling van het ledenbestand. Waren het vroeger bijna zonder uitzondering mensen uit de zogenaamde arbeidersklasse, nu dienden zich ook hoger opgeleide mensen als advocaten en accountants aan. Ook veranderde het ambitieniveau. Men kwam om lekker te trainen en eventueel eens een wedstrijdje te boksen, maar het was geen levenswijze meer. Ome Bep in een interview met de Echo in 1991
Zoals je je vroeger voor de sport inzette, dat is niet meer!
Tijden waren veranderd en daar had ome Bep het moeilijk mee. In 1995 is hij op 78 jarige leeftijd overleden. Op de club is zijn geest nog steeds aanwezig tijdens de trainingen. Dan lijkt het of hij je vanaf een van de foto’s toekijkt en met een vragende blik zegt:
D’r kan best nog wel een tandje bij.
Trainers
Op het ogenblik heeft S.B.K. vier vaste trainers. Joop Willemse (1935), Willem Zweers (1952)–tevens penningmeester–, Chaim Wannet (1976) en Henk Sleijfer (1973)–hoofdtrainer.
Tekst: Ruud Dolfin